woensdag 31 maart 2010

‘Pas ce soir, chéri(e)!’

De ULB viert haar 175ste verjaardag met de tentoonstelling ‘Pas ce soir, chéri(e)!’, over de cultuurhistorische achtergrond van seksualiteit. De expo heeft als hamvraag ‘Zijn we bevrijd?’ Een aandoenlijk stuk in de tento is een brief van Leopold I uit 1853 aan zijn nicht, de Engelse koningin Victoria. Daarin schrijft hij dat zijn zoon – de latere Leopold II –best zo vlug mogelijk kan huwen, als hij geen last wil ondervinden van de psychologische en fysiologische gevolgen van zijn onanie. De toekomstig koning lijkt af te stevenen op levenslange doofheid en een gruwelijke dood. Hij kan het vermijden door te turnen, door intellectuele bezigheden, door het lezen van de bijbel en vooral door dingen niet te doen: overdadig eten, het bijwonen van theaterstukken, bals,ambigue of wufte conversaties… En als de wilskracht niet helpt, dan zijn er handboeien en andere attributen. Het verbod past in de negentiende eeuwse ‘économie spermatique’ waarbij psychiaters en artsen de rol van de priester in de seksualiteitsbeleving geleidelijk aan overnemen.
Ze schrijven het gewenste aantal betrekkingen voor (jonge mannen 2 à 3 keer per week, wie de vijftig nadert driewekelijks en een verbod voor zestig plussers) en zijn ietwat overdreven bekommerd om de hysterische vrouw. Hysterie, Grieks voor baarmoeder, vraagt begeleiding, met baden, massages en het eerste elektrische huishoudtoestel in kranten omschreven als: ‘Aids that every woman appreciates.’ We zagen ze in alle vormen en kleuren, met opschriften en tekeningen. In ‘Livres de confessions’ – een ander object in de tentoonstelling – lees je hoe biechtvaders meisjes bevragen over hun wellust. Paradoxaal genoeg ontdekken meisjes masturbatie in de biechtstoel als de pastoor vraagt: “Waar raak je jezelf en waar doet het deugd?” Toen de medische wereld bewijst dat het orgasme de vruchtbaarheid bevordert, duiken handboeken op voor de genietende vrouw. Maar toch. Vrouwen mag je blijkbaar niet verwennen, want net zij is voorbestemd tot nymfomanie.
Als rond 1840 de ovulatiecyclus ontdekt wordt, is het afgelopen met het vrouwelijk orgasme. Alle medische, religieuze, politieke, juridische spelers zijn het eens: de enige seksualiteit is heteroseksueel, in het huwelijk en gericht op voortplanting. Wat afwijkt, is gevaarlijk. Meisjes, verondersteld maagd te zijn op de huwelijksnacht, worden ‘ingewijd’ door hun echtgenoot, die zijn opleiding buitenshuis geniet. Buitenhuis? Dat is in de kolonie of in de halfpublieke sfeer van bordelen en maisons closes. De negentiende eeuwse kolonisatie en het contact met de Andere begeleidt wonderwel het ontstaan van de dubbele moraal. Hoe de kolonisatie de seksualiteit beïnvloedde, is weinig onderzocht in ons land. Wat we wel zeker zijn is dat antropologen en etnologen graag bloot kieken en filmen terwijl hun vrouwen in het thuisland hun enkel niet eens mogen tonen, laat staan hun ‘donkere continent’ waarbij Freud eufemistisch de edele delen van de vrouw mee aanduidde. In deze tijd wordt de smaak van ‘le bon bourgeois’ complexer. Hij leert ‘praticques honteuses’ en verlangt die van zijn echtgenote. De huismoeders zijn dubbel bedrogen als ze er syfilis op na houden en driedubbel bedrogen als haar doktor foute pillen of siroop tegen de ‘onuitgesproken ziekte’ voorschrijft. Uit de Victoriaanse bordeelliteratuur weten we dat de tarieven voor een maagd stijgen met de syfilisvrees. In het begin van de negentiende eeuw kost een maagd tot 100 pond. Rond 1880 daalt het tarief tot 5 pond, wat niet verklaard moet worden door een dalende vraag, maar door een enorme stijging van het aanbod. Maagdelijkheid is onbeperkt te herstellen. Jawel. Voor wie het niet zou geloven of wie wil weten hoe, het staat te lezen in het boek De oorsprong van de wereld. Feiten en mythen over het vrouwelijk geslacht van Jeltho Drenth. Zie pagina 87.