maandag 31 augustus 2009

Kinderhandel VI. Voorlichting

Smoesjes...

In de stadsbibliotheek van Roeselare vind ik een boekje van de vroedvrouw Maria van Lamoen (1925) met de titel ‘Rond het kraambed van toen.’ Het werkje uit 1983 bevestigt het verhaal van Olivienne. Als kinderen vragen waarom de moeders in bed blijven, roepen vroedvrouwen smoesjes in het leven.

Als de ooievaar kwam met het kindje in een doek in zijn snavel, dan beet Vadertje Langbeen moeder in haar been en die moet dan een paar dagen rust houden totdat de wond genezen was” lees ik op pagina 42.

Voila, nu hoor je het eens van een ander. Vroedvrouwen weten alles over conceptie en anticonceptie en hebben een voorlichtingstaak. Vóór de inwijding van mijn drie dames in de wondere, wetenschappelijke wereld van de vroedvrouwenschool is er van voorlichting echter geen sprake.
Nochtans kent het Vlaamse platteland in het begin van de twintigste eeuw het bestaan en het gebruik van voorbehoedmiddelen. Beperkte kringen gebruiken het vruchtvlies (meerdere malen) als condoom, echte condooms, vaginale sponsjes met azijn, citroensap of aluin, vrouwendouches of pessaria occlusiva, het is allemaal bekend. In onze contreien is vooral de coïtus interruptus gebruikelijk.

Albert D'Heedene

Er over spreken is een andere zaak in de jaren twintig en dertig. Vlaanderen is preuts in vergelijking met de ruime omgeving.
Geboorteregelen is geen onderwerp waarover je praat. Artsen houden zich afzijdig en de pastoor heeft zijn verhaal. Mannen spreken erover tussen pot en pint of op de trein. Vrouwen bespreken het in de wasplaatsen en de kinderen houden ze dom.
Mijn buurman Albert D’Heedene (1904-2003) bevestigt dit schroomloos in een interview dat ik rond de millenniumwissel met hem heb.

Voorlichting? In geen geval. De mensen worden dom gehouden. Kinderen komen uit de kolen, uit de mond of uit de kelder.”

Van alle verzinsels is die van de kolen waarschijnlijk de populairste. De groeikracht en de vorm zal er voor iets tussen zitten.
Meestal wordt de seksuele revolutie in de jaren zestig gesitueerd, niet tijdens de eerste wereldoorlog. De Lichterveldse losbandigheid (en die in alle dorpen kort achter het front) van tijdens de oorlog wordt na die oorlog goed en grondig aangepakt. Zeer grondig. Dat vraagt wat uitleg.

Lichterveldse losbandigheid

Marcella wordt geboren in de tijd dat eeuwenoude Vlaamse akkers veranderen in stukgeschoten velden. De geur van geel koren verandert in groene mistdamp. De vastlopende oorlog maakt van Lichtervelde een regimentsstad, de toegangspoort tot de hel. Voor vier jaar lang moeten alle reclamen en opschriften verduitst worden. Callewaert, de accordeonbouwer schrijft boven zijn vitrine ‘Uhren & Juwwelen. De Lichterveldenaar grinnikt en geeft een eigen invulling aan het opschrift. ‘Uhren en juwelen' al snel zou ironie werkelijkheid worden. Binnen de kortste tijd liep het dorp vol met Uhren, maar zonder juwelen.
In die tijd dat Marcella geboren wordt telt de gemeente evenveel dorpers als Duitsers. De bevolking is verdubbeld. Op drie uur marcheren grijp je de chaos van het front. In geen enkele straat ontkom je de oorlog, Lichtervelde is één grote bevoorradingspost voor het Duitse leger.

Vaderlandsliefde

Vrouwen geven er een andere invulling aan vaderlandsliefde. Ze zijn jong, en de enige mannen zijn Duitsers. De meisjes zijn zeventien, sommigen bijna, ze zijn achttien, negentien, hooguit twintig. Velen onder hen wonen al hun hele korte leven lang in Lichtervelde. Anderen komen uit alle windrichtingen om een cent te verdienen.
Werkloze dochters of wilde avonturiersters, verlopen artiestes of zangeressen met evenveel kleedjes als schulden. Het dorp wordt het mekka van de prostitutie. De luxebordelen in het centrum hebben blauw licht en zijn alleen toegankelijk voor officieren. Ver van het centrum vind je de bordeel boerderijen met rode lampen, voor soldaten.
Voor de duitse manschappen leek lichtervelde wel een rozentuin. Maar dat veranderde. Na een korte schittering verwelken die fantastische bloemen en lijken ze op zwaar opgemaakte oude vrouwen, rotte bloemen als een vuile vloek. De onderhoudskosten van geslachtzieke vrouwen vertienvoudigen tussen 1915 en 1919.

Wulps dorp betaalt tol

Lichtervelde is een wulps dorp. En dat verandert in de tijd waarin mijn oma opgroeit. Tijdens de jaren dertig leren vooruitstrevende kringen de periodieke onthouding kennen, ontwikkeld door de arts Smulders en eerder komt de anticonceptivahandel en -reclame op gang. In deze regio zien katholieke groepen deze nieuwe verworvenheden niet zitten. Zij zien de huwelijksmoraal bedreigd en pogen om de verkoop onmogelijk te maken. In 1923 verbiedt een wet alle anticonceptivareclame. Productie en verkoop worden niet aan banden gelegd.
Het is een datum die niet in de schoolboeken voorkomt.

Kortom, een lang verhaal om duidelijk te maken dat Marcella en haar leeftijdsgenoten niet voorgelicht zijn als zij op hun zestiende of ouder naar de vroedvrouwensschool trekken. Ze zullen meer dan eens geslikt hebben bij de taferelen die ze te zien krijgen.

Straks meer daarover.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten